De TOP-3 methodiek: dezelfde taal voor veiligheid
Antonietta Perini en Claudia Dekker van de Akademie vertellen over de TOP 3-methodiek
Bij gezinnen waar onveiligheid speelt, zijn vaak meerdere organisaties betrokken. Het is belangrijk dat alle collega’s van deze organisaties dezelfde taal spreken. In de regio Amsterdam-Amstelland viel de keuze op de TOP 3, de methodiek uit het Toekomstscenario. Antonietta Perini is teammanager bij de Akademie, Claudia Dekker werd als trainer al getraind in de methodiek. Welke kansen en voordelen biedt deze gezamenlijke methodiek?
Samenwerken aan veiligheid
Antonietta was twee jaar lang projectleider van ‘Samenwerken aan veiligheid’. In opdracht van de Gemeente Amsterdam gingen Jeugdbescherming Regio Amsterdam en de William Schrikker Groep met meerdere organisaties in overleg om tot een gedragen visie en aanpak rond veiligheid te komen. Aan tafel zaten onder andere ook de Ouder- en Kindteams, Buurtteams Amsterdam en Levvel. Gedragsdeskundigen van verschillende organisaties gingen aan de slag met het helder definiëren van de termen die binnen de TOP 3 worden gebruikt.
‘Iedere organisatie praat over ‘veiligheid’. Maar hun perspectief verschilt en hun rol in het gezin ook. Een goede samenwerking, met vaste en vertrouwde gezichten voor het gezin, vereist een gezamenlijke taal. Dan kunnen we goed begrijpen wat de ander bedoelt en doet. Vooral voor gezinnen is het belangrijk dat we dezelfde taal spreken en dezelfde dingen belangrijk vinden.’ Antonietta
Wat is de TOP-3 Methodiek?
De TOP-3 methode is een duurzame visie op ketenzorg, kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel misbruik. Waarbij eerst de focus ligt op de directe veiligheid. Pas als deze op orde is wordt er gewerkt aan de onderliggende factoren. De TOP-3 methode is gericht op samenwerking met alle betrokkenen (ook de netwerkpartners) vanaf de start van de begeleiding. Het TOP-3 plan is het instrument dat hiervoor gebruikt wordt.
Vanuit voorbeelden werken
De TOP 3-methodiek sluit aan bij wat gezinnen bezighoudt en waar ze staan. In een gezin waar huiselijk geweld plaatsvindt, krijgt elk gezinslid vragen over de geweldsincidenten, de scheldwoorden en wat ze voelen en ervaren. Omdat de hulpverlener info krijgt over wat er gebeurt, wat er gezegd wordt en welke gevoelens er leven, ontstaat een helder beeld op wat er speelt in het gezin. De hulpverlener kan op basis van tastbare voorbeelden veiligheidsrisico’s inschatten. Meestal vinden de gezinsleden het niet erg om te vertellen wat er is gebeurd. Ze voelen zich gehoord. In nauw overleg wordt een veiligheidsplan opgesteld, dat gedragen wordt door het hele gezin.
‘De verhalen van de gezinsleden vormen de basis van het veiligheidsplan. Dus niet per se de aanmelding of de aannames van de hulpverlener. Dat is wat deze methodiek zo waardevol maakt.’ Claudia
TOP 3 zegt wat, FFP toont hoe
Volgens Antonietta en Claudia vullen de TOP 3-methodiek en de FFP-methode waar gezinsmanagers mee werken, elkaar aan. De TOP 3 is een methode die verschillende organisaties een bruikbaar instrument in handen geeft, zodat ze elkaar vinden in de samenwerking rondom veiligheid. FFP helpt je hoe je op een respectvolle en verbindende manier met een gezin in gesprek blijft. Zonder te oordelen.
‘Bij TOP 3 krijg je als hulpverlener de instructie om te vragen naar het eerste, laatste en ergste voorval van huiselijk geweld, bij alle gezinsleden. Dat zijn gevoelige vragen. FFP biedt manieren om dit moeilijke gesprek te voeren.’ Claudia
Iedereen op een lijn
Alle organisaties op een lijn krijgen kost inspanning en tijd. Dat is met de keuze en uitwerking van de TOP 3-methodiek goed gelukt. Ook organisaties die maatschappelijke opvang krijgen een training ‘Samenwerken met de TOP 3’ . Ze leren wat er van hen verwacht wordt en hoe ze kunnen samenwerken in gezinnen waar huiselijk geweld speelt.