Proeftuin toekomstscenario Zaanstreek-Waterland 1 maart van start

De zorg voor kwetsbare gezinnen moet anders. Daarom werd in 2019 het toekomstscenario ontwikkeld. Dit plan beschrijft hoe we gezinnen die het moeilijk hebben, sneller en beter van de juiste hulp voorzien. Het toekomstscenario moet de nieuwe manier van werken worden in alle gemeenten van Nederland. Maar voordat het zover is, wordt de nieuwe aanpak eerst in elf proeftuinen beproefd. En één van die proeftuinen is Zaanstreek-Waterland.

Proeftuin Zaanstreek-Waterland
In aanloop naar de landelijke uitrol, wordt het toekomstscenario eerst in elf proeftuinen beproefd in de praktijk. Gemeenten die als proeftuin willen dienen, doorlopen een uitgebreid selectieproces. Ook Zaanstreek-Waterland meldde zich aan en kreeg het afgelopen jaar groen licht op haar plannen. Sindsdien wordt alles op alles gezet om de proeftuin zo in te richten dat deze per 1 maart aanstaande kan starten. De twee proeftuingebieden zijn de gemeente Waterland en twee wijken in Zaanstad. Astrid Wenneker, beleidsadviseur Jeugd Zaandam, en Jan-Dick den Das, accountmanager bij Jeugdbescherming, waren vanaf dag één betrokken bij het proces dat ooit begon bij de bestuurlijke opdracht om de jeugdketen te optimaliseren en eindigde bij de brede aanpak volgens het toekomstscenario.

Het toekomstscenario van Zaanstreek-Waterland
In het toekomstscenario kunnen gezinnen met problemen voor advies, hulp en steun op allerlei gebieden laagdrempelig en snel terecht bij het lokale jeugdteam. Dit team werkt nauw samen met de volwassenenzorg, partners in huiselijk geweld en andere sociale hulpverlening. Bij zorgen over veiligheid schakelt het jeugdteam het Regionaal Veiligheidsteam 0-100 in. Het veiligheidsteam is er voor alle huishoudens met complexe problemen en onveiligheid thuis. Het bestaat uit professionals van Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming, Blijf Groep en vier Gecertificeerde Instellingen voor jeugdbescherming. Het veiligheidsteam voert alle taken uit die jeugdbeschermingspartners nu los van elkaar uitvoeren en werkt hierin samen met andere partijen op het gebied van Zorg en Veiligheid. In het toekomstscenario krijgen gezinnen sneller toegang tot de juiste hulp, zien zij minder verschillende gezichten en worden ook onderliggende problemen aangepakt, waardoor gezinnen uiteindelijk zonder hulp veilig verder kunnen.

Deelnemers aan het Toekomstscenario Zaanstreek-Waterland zijn: de acht betrokken gemeenten, Leger des Heils, De Jeugd-Gezinsbeschermers, Veilig Thuis, Blijf Groep, Raad voor de Kinderbescherming, William Schrikker Stichting en Jeugdbescherming Regio Amsterdam.

Fundering is gelegd
De proeftuin is het resultaat van een proces dat de acht gemeenten en de partners uit het jeugdstelsel uit Zaanstreek-Waterland de afgelopen twee jaar samen doorliepen. Deze aanloop heeft ervoor gezorgd dat de neuzen wat betreft visie op de toekomst stevig dezelfde kant op staan. Jan-Dick: “We hebben veel geïnvesteerd in die gezamenlijkheid. De fundering is gelegd, de bouwtekening is in grote lijnen klaar. Nu gaan we het huis bouwen en beslissen waar de ramen en deuren moeten komen. De huidige vraagstukken rond de inrichting van de proeftuin gaan dan ook vooral over de uitvoering.”

Bouwen aan een sterk netwerk
Astrid legt uit waarom regio Zaanstreek-Waterland de proeftuin zo belangrijk vindt: “Een belangrijk uitgangspunt van de proeftuin, is dat we gezinnen integraal ondersteunen. Dit vraagt om verbindingen tussen hulp aan kinderen en hulp aan volwassenen, specialistische hulp dichtbij, een gezinsgerichte aanpak en om naast elkaar in plaats van na elkaar werken. De nieuwe werkwijze gaat uit van één vaste begeleider. Deze blijft zo lang als nodig naast het gezin staan en helpt hen op tijd aan de juiste ondersteuning. De aanpak moet ervoor zorgen dat gezinnen zich beter gehoord voelen. Professionals krijgen de tijd en ruimte om samen de nieuwe werkwijze te ontwikkelen en de gezinnen goed te ondersteunen. Transparantie en rechtsbescherming voor de gezinnen krijgen hierbij speciale aandacht. Bij het inrichten van de proeftuin komen alle vraagstukken waarmee we al langer worstelen, opnieuw naar voren. Zoals het aanhaken van de volwassen ggz. De lijntjes liggen er wel, maar het moeten nog sterkere verbindingen worden.”

Hier is Jan-Dick het helemaal mee eens: “Alleen al de logistieke factor speelt hierin een rol. In de proeftuin brengen we de expertises van de verschillende organisaties bij elkaar in één team. Wanneer mensen bij elkaar zitten, zoeken ze elkaar makkelijker op. Daarbij hoef je samen maar één keer een analyse te maken van de situatie waarin een gezin zit. En van de hulp die nodig is. Sneller handelen voorkomt dat problemen escaleren en er specialistische hulp nodig is. Daarom is het zo belangrijk om met alle partijen, ook de volwassen ggz en het brede sociale domein, aan de voorkant bij elkaar te zitten. En dat is precies wat we in deze proeftuin gaan doen.”

Astrid: ‘Beproeven is niet alleen focussen op wat er is, maar ook op wat er mist.’

Iedere proeftuin is anders
Iedere proeftuin kent andere accenten in de uitwerking van het toekomstscenario. Dit om zoveel mogelijk scenario’s te kunnen beproeven. In de proeftuin van Zaanstreek-Waterland zijn zorg en veiligheid geïntegreerd. Astrid: “Een van de vragen die wij willen gaan beantwoorden, is hoe we een betere verbinding leggen tussen jeugdbescherming en zorg en veiligheid. Hierbij richten we ons onder andere op gezinsgerichte juridische maatregelen. We willen onderzoeken hoe we met de inzet van de verschillende maatregelen nog beter kunnen aansluiten bij het gezin en bij wat ieder gezinslid nodig heeft. Dat is een uitdaging, want om deze verbinding te verbeteren moeten we eigenlijk andersom denken. Dus niet alleen focussen op wat er is, maar ook op wat er mist.”

Jan-Dick: “De regio had al stappen gezet om de samenwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein te verbeteren. Die ontwikkeling vormt nu een mooie aanvulling op het toekomstscenario. Want als je al in een vroeg stadium kan schakelen met politie, justitie, reclassering of zorg, dan is de kans groter dat je problemen zoals schoolverzuim eerder signaleert en zonder maatregel kan oplossen.”

Keuzes van nu bepalend voor later
Behalve aan de proeftuin in Zaanstreek-Waterland, neemt Jeugdbescherming ook deel aan proeftuinen in Amsterdam-Amstelland en het Rijk van Nijmegen. Met de daar al opgedane ervaringen in het achterhoofd, is Jan-Dick op sommige vraagstukken voorbereid. “Een voorbeeld van een vraag die nu gaat spelen, is met welk registratiesysteem we in de proeftuin gaan werken. Alle deelnemende organisaties werken met een eigen systeem, terwijl een van de doelen is om het hele proces eenvoudiger te maken. Ook voor de professional. Dus moet er één registratiesysteem komen. Welk systeem dit gaat worden, is niet alleen belangrijk voor de korte, maar ook voor de lange termijn. Want deze proeftuin staat niet op zichzelf. Iedere keuze die we nu maken, kan straks gevolgen hebben voor de hele regio. Je moet dus goed nadenken over hoe je alles vormgeeft en organiseert.”

Jan-Dick: ‘Alleen door de randen op te zoeken, ontdek je wat werkt en wat niet. Daarbij hoort ook het accepteren dat sommige dingen niet werken.’

De randen opzoeken
Hoe lossen de samenwerkingspartners de lastige vraagstukken bij het inrichten van de proeftuin dan op?
Jan-Dick: “We kunnen terugvallen op de kaders die de overheid biedt om de proeftuin in te richten. Deze geven duidelijk aan wat je mag beproeven. Dat biedt houvast, zeker daar waar de verschillende opdrachten van de betrokken organisaties botsen. Het toekomstscenario is uiteindelijk niet alleen een herziening van het stelsel, maar ook haast een fusie van organisaties. Verder lossen we lastige thema’s vooral op, door er open over te praten. Daarbij is het natuurlijk een proeftuin: je moet proberen. Alleen door de randen op te zoeken, ontdek je wat werkt en wat niet. Daarbij hoort ook het kunnen accepteren dat sommige dingen niet werken. Het is een illusie om te denken dat alles wat je doet, meteen werkt. Dit vraagt veel van de betrokken professionals. Je moet van een uitdaging houden. Want wat je vandaag bedenkt, kan morgen weer anders zijn. Hiermee omgaan vraagt veel energie, maar zorgt uiteindelijk voor een beter resultaat.”

Astrid vult aan: “Wat helpt, is dat iedereen elkaar probeert te begrijpen. Als het schuurt en botst, kan je uit elkaar gaan. Of je gaat in gesprek en probeert over de muur heen te kijken. Inmiddels hebben we samen al zo’n proces doorlopen, dat ik zeker weet dat we elkaar niet meer los gaan laten.”

Kunnen doen wat nodig is
De proeftuin start binnenkort. Wat hopen Astrid en Jan-Dick dat deze gaat opleveren?
Jan-Dick: “Ik ben tevreden als gezinnen voelen dat ze meteen geholpen worden. En dat ze op hun reis door de hulpverlening één reisleider hebben die hen bij de hand neemt en met de hulp van de juiste partners naar een veilige toekomst kan leiden. Verder hoop ik vooral op zo min mogelijk protocollen. Zodat de professional kan doen wat nodig is.” Astrid vult aan: “In de proeftuin willen we alle lijntjes die daarvoor nodig zijn, aanhaken.”

Nu al werk maken van betere zorg
Astrid is optimistisch over de komende periode waarin de proeftuin verder vorm gaat krijgen: “Hiermee dragen we bij aan het uiteindelijke landelijke toekomstscenario. Ook brengt de proeftuin de beweging richting het toekomstscenario binnen onze eigen gemeenten alvast op gang. Zo maken we nu al werk van een betere zorg voor kwetsbare kinderen.” Ook Jan-Dick heeft vertrouwen in de volgende fase: “We maken misschien geen snelle stappen, maar wel goede.”