Amsterdam-Zuidoost door de ogen van Tanja Jadnanansing
Iedere dag trekt stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing minstens twee keer ‘haar’ stadsdeel in. Om met mensen te praten, gepland of spontaan. Bijvoorbeeld door een 1 euro-ontbijtje bij het buurthuis te halen. Zo haalt ze waardevolle informatie op. Tanja vertelt over haar wensen en ambities voor Amsterdam-Zuidoost. Ze is wars van roze olifanten en gelooft niet in groots en meeslepend, maar vooral in klein en praktisch. Zo werkt Tanja, samen met anderen, stap voor stap aan een mooier Zuidoost.
Tanja Jadnanansing is sinds 2018 voorzitter van stadsdeel Amsterdam-Zuidoost. Begin 2022 werd ze opnieuw verkozen en begon ze aan haar tweede termijn. In haar portefeuille bevinden zich onder andere veiligheid, preventie, armoede en schuldhulp, onderwijs en jeugdzorg. Niet zo gek, want Tanja’s inzet voor jongeren loopt als een rode draad door haar carrière. Tanja: “Verandering begint bij de basis. Als we écht iets willen betekenen voor kinderen, moeten we investeren in hun omgeving: in ouders, in het onderwijs en in fijne plekken waar ze veilig kunnen opgroeien.”
Je kan altijd iets doen
Tanja Jadnanansing werd geboren in Leiden, maar bracht haar jeugd door in Paramaribo. Als dochter van een notaris ontbrak het haar aan niets. Maar zo bevoorrecht opgroeien maakt schatplichtig aan mensen die het niet zo goed hebben, vonden haar ouders. Dus leerden ze haar om terug te geven. Tanja: “Vooral mijn moeder vond het belangrijk dat ik al jong mijn steentje bijdroeg. Zo mocht ik van haar niet naar de elitaire middelbare school waar alle kinderen uit welgestelde gezinnen naartoe gingen, maar werd het de lokale school om de hoek. Daar viel het mij op dat niet alle kinderen brood bij zich hadden. Toen ik dat thuis vertelde, stelde mijn moeder mij de vraag: ‘wat ga jij daaraan doen?’ Dat ik pas twaalf jaar oud was, vond ze geen excuus. Ik besloot de volgende dag extra veel lunch mee te nemen. Onder het mom van ‘mijn moeder geeft altijd veel te veel eten mee’ vroeg ik of anderen mij wilden helpen met opeten. Onlangs heb ik mijn moeder nog bedankt voor haar wijze les. Want of je nou twaalf, veertig of tachtig bent, je kan altijd wat doen voor een ander. En dat hoeft niet groots en meeslepend te zijn.”
Een stadsdeel van én-én
De afgelopen jaren heeft Tanja het stadsdeel Zuidoost goed leren kennen. Tanja: “Ik zie een community vol warmte, maar ook met verdriet, bezorgdheid en pijn. Amsterdam-Zuidoost is een plek van twee verhalen, van én-én. Van vreugde en verdriet, van hoop en wanhoop, van verbondenheid en toch onveiligheid. Toen ik hier begon zei Roy Ristie, een icoon in Zuidoost: ‘Tanja, als je hier wil slagen, zul je de schoonheid en het verdriet van Zuidoost moeten doorgronden.’ Roy is er helaas niet meer, maar zijn woorden zullen mij altijd bijblijven, omdat ze zo waar zijn.”
Af en toe de bril schoonmaken
Om te weten wat er speelt in haar stadsdeel, gaat Tanja veel op pad. “Dat doe ik om op de hoogte te blijven én vanuit het besef dat ik de dingen nu eenmaal door mijn eigen bril bekijk. Soms is die gekleurd door mijn eigen achtergrond en moet ik hem even schoonmaken. Dan ga ik een stuk fietsen en praat ik met mensen. Daarmee bedoel ik niet dat ik mijzelf klein maak, want ik ken mijn eigen waarde. Maar ik ga wel naast mensen staan om naar hen te luisteren. Voordat ik in Amsterdam-Zuidoost kwam werken, noemde ik mannen die op straat hingen ‘hangmannen’. Nu weet ik dat het ‘groepsmannen’ zijn. Voor hen is de straat hun huiskamer. Thuis is er geen ruimte om samen te komen, dus chillen ze daar. In plaats van hen als overlastgevers te zien, is het beter om in gesprek te gaan over wat ze nodig hebben. Vaak levert dat verrassende uitkomsten op. Mijn wens voor Zuidoost is dat wij -beleidsmakers, politici, hulpverleners- onze bril af en toe durven schoonmaken. Zodat we onze eigen wijsheid kunnen combineren met de wijsheid van de gemeenschap.”
Law and love
De liefde voor Zuidoost zit diep bij Tanja, daarom gelooft ze ook in het benoemen van de dingen die er nog niet goed gaan. Tanja: “We hebben onder andere te maken met onveiligheid, een te hoog aantal vroegtijdige schoolverlaters en kampen met serieuze afpersingsproblematiek onder jongeren. Een minister die ons stadsdeel ooit bezocht, zei ‘er moet hier meer law and order komen’. Toen zei ik hem ‘nee, er moet meer law and love komen’. Daarmee bedoel ik dat rottigheid uithalen consequenties heeft, maar dat we ook het verhaal erachter moeten meenemen. We hebben hier een buurtrechter die dat geweldig in de praktijk brengt. Als zij mensen een lichte straf oplegt, vraagt ze altijd door. Dit maakt de straf die iemand krijgt niet minder, maar zorgt er wel voor dat er daarnaast ook hulp komt, bijvoorbeeld van schuldhulpverlening of het Buurtteam. Ik geloof zo in deze manier van rechtspreken, dat ik er inmiddels les in geef aan de Universiteit van Amsterdam.”
Vertrouwen terugwinnen
Iets waarover Tanja zich zorgen maakt, is het wantrouwen van de gemeenschap naar instanties, waaronder Jeugdbescherming. Tanja: “Dat wantrouwen moeten wij ons allemaal aantrekken. Daaraan werken, begint bij meer zelfreflectie. Willen we naast mensen gaan staan, dan moeten we ons eigen verhaal kennen en dat van de ander. Onze buurtrechter heeft dat mooi verwoord. Zij zei: ‘Ik teken eerst het verhaal van de mensen op, dan kom ik in vertrouwen en verbinding. En pas daarna kan er veiligheid komen’. Zelf geloof ik dat de ‘en’ in het verhaal van Zuidoost ook staat voor ‘Eigenaarschap in het Nu’. Dat betekent dat we mensen eigenaarschap geven. We gaan het niet voor ze oplossen, maar hen helpen dat zelf te doen. En dat is moeilijk, maar ik denk dat veel gezinsmanagers bij Jeugdbescherming dat kunnen. Onlangs was ik nog bij Jeugdbescherming. In mijn gesprekken met gezinsmanagers viel mij op dat het stuk voor stuk betroken mensen zijn, met veel liefde voor hun werk. Ik bewonder ze, dat ze dit heftige werk kunnen doen. Samenwerken met gezinnen is een doorlopende zoektocht naar hoe je dichter bij elkaar komt, naar wat wel werkt en wat niet.”
“Soms is mijn bril gekleurd door mijn eigen achtergrond en moet ik hem even schoonmaken. Dan ga ik een stuk fietsen en praat ik met mensen.”
Zichtbaar zijn
Het delen van verhalen is wat betreft Tanja de manier om dichter bij de mensen in Zuidoost te komen staan. “Laat gezinnen die je als Jeugdbescherming geholpen hebt, hun verhaal doen. Zo spreken de ervaringen van mensen voor je. Verder zeg ik: ga de straat op. Ga wandelen met de moeders met een succesverhaal, om daarvan te leren. En zodat we meer gezinnen kunnen overtuigen om mee te doen. Maak jezelf zichtbaar, dat doe ik ook. Mijn assistente plant voor mij elke dag twee afspraken buiten de deur. Soms op uitnodiging en soms spontaan. Vandaag loop ik bijvoorbeeld even bij de Hogeschool van Amsterdam binnen. Daar ga ik dan in gesprek met jongeren, onaangekondigd. Even geleden kreeg ik een gouden tip van een bestuurder bij een maatschappelijke organisatie: hij neemt regelmatig een 1 euro-ontbijt in het buurthuis. Dan zegt hij niet wie hij is, maar gaat hij gewoon ontbijten en met mensen praten. Dat vond ik zo’n geweldig idee, dat ik het nu ook doe.” Lachend vult ze aan: “Al lukt het niet altijd incognito, want ik ben veel op straat, dus mensen herkennen me vaak toch. Maar ook dan vinden ze het fijn om te praten. Dat gesprek met elkaar moeten we denk ik op alle manieren blijven voeren.”
Geen roze olifanten
‘Een van de initiatieven om van Amsterdam-Zuidoost weer een veiliger, leefbaarder en bloeiend stadsdeel te maken, is het Masterplan Zuidoost. Dit plan is een samenwerking tussen de gemeente, bewoners en partijen die actief zijn in het stadsdeel. Het schetst de ambities voor Zuidoost op het gebied van onderwijs en jeugd, veiligheid, werken, wonen en leefbaarheid. Tanja: “Het Masterplan herinnert ons er steeds weer aan dat we veranderingen in Zuidoost sámen moeten aanpakken. Met de gemeente, met instanties zoals Jeugdbescherming en met de ouders zelf. Ieder vanuit zijn eigen rol, maar wel in verbinding. Want eerlijk is eerlijk: er zit veel pijn in dit stadsdeel en daar moeten we wat mee. Laten we vooral niet te veel roze olifanten met elkaar creëren, maar het beestje bij de naam noemen. Het Masterplan is een goede aanleiding om met elkaar om tafel te blijven komen. Om te kijken naar de toekomst, terwijl we nu zaken aanpakken. Uiteindelijk willen we veel meer kinderen in Zuidoost een veilige start geven. Dat begint bij het creëren van fijne, veilige plekken, zoals ons kindcentrum De Knotwilg. Kinderen krijgen daar ook twee keer per week een warme lunch. Zeker nu we de armoede vanwege alle crises weer zien toenemen, zijn dat soort praktische oplossingen nodig. Ik wil meer van die warme plekken, waar kinderen onbezorgd kunnen opgroeien. Voor mij geen grootse doelen, maar vooral: eigenaarschap in het nu. Dat is mijn mantra.