Schouder aan schouder in een betere zorg voor gezinnen

John Hersbach, strategisch adviseur bij Jeugd Veilig Verder (onderdeel van Jeugdbescherming Regio Amsterdam) en Robert Röttgering, adviseur partnerschap bij Jeugdbescherming Gelderland, werkten een jaar lang intensief samen aan de Gelderse Verbeteragenda. Ze vertellen over de successen en struikelblokken onderweg naar een betere zorg voor gezinnen. De moraal van dit verhaal: je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, om samen meer te bereiken. 

De aanleiding
In 2019 verscheen het rapport ‘Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd’. Hierin luidde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd de noodklok over de kwaliteit van de landelijke jeugdzorg. De inspectie stelde vast dat het door de overheid ingerichte jeugdstelsel ernstig tekortschoot in de hulp aan kwetsbare kinderen. Onderzoek toonde onder andere aan dat hulp te laat op gang kwam. En dat gecertificeerde instellingen door de zwaarte van de problemen binnen gezinnen, chronische personeelstekorten en financiële onzekerheid niet in staat waren om te doen wat ze moesten doen: kinderen beschermen tegen onveiligheid. De Inspectie riep het Rijk, gemeenten en instellingen op tot actie. In Gelderland staken zeven jeugdhulpregio’s, vier gecertifieerde instellingen, drie Veilig Thuis-organisaties en de Raad voor de Kinderbescherming de koppen bij elkaar. Met als resultaat de Gelderse Verbeteragenda: een plan om de zorg voor gezinnen in Gelderland stap voor stap te verbeteren.

Verbeteren begint bij jezelf
Met de start van de Gelderse Verbeteragenda, besloten de vier betrokken gecertificeerde instellingen een klankbordgroep op te richten. Robert en John namen hieraan allebei deel.

John: “Het initiatief hiervoor kwam van Jeugdbescherming Gelderland. Vanuit de klankbordgroep houden we zicht op de voortgang van alle thema’s binnen de Verbeteragenda. We bereiden onderwerpen die op de agenda staan voor en vormen er een gezamenlijke kijk op. Robert was en is nog steeds de kartrekker van de groep.” Robert vult aan: “Samen optrekken, werkt effectiever. Ook wilden we het goede voorbeeld geven. Want komen tot een eenduidige aanpak, begint bij jezelf.”

Van visie tot samenwerking in de praktijk
De Gelderse Verbeteragenda is een ambitieus verbetertraject. Het moet ervoor zorgen dat ieder gezin binnen de zesenvijftig gemeenten die Gelderland telt, kan rekenen op de juiste hulp, op tijd. Om dat te bereiken, willen alle partijen meer gaan samenwerken. Vanuit één visie en volgens één werkwijze. Een gigantische klus, die werd onderverdeeld in vier hoofdonderwerpen: het ontwikkelen van een gezamenlijke visie, het maken van uniforme afspraken in contracten, het monitoren van de resultaten en tot slot: de samenwerking in de praktijk. Ieder onderwerp werd uitgewerkt in subgroepen.

Robert:
“Je moet de grote lijnen blijven zien. En elkaar, daar waar je op details verschilt, een beetje te laten.”

Samen leren door te doen
Robert legt uit dat de partijen elkaar op visie vrij snel vonden: “Deze draait om een betere samenwerking tussen alle partijen in de zorg voor gezinnen. Kernwaarden zijn dat we samenwerken op basis van partnerschap en vertrouwen. En op een voor gezinnen open en transparante manier. Vanuit het motto: ‘laten we vooral gaan doen’, zonder meteen het hele stelsel op zijn kop te gooien. We willen met name de periode dat een gezin binnen de jeugdketen doorbrengt voordat het begeleiding naar hulp krijgt, inkorten. Concreet betekent dit, dat in alle zeven jeugdhulpregio’s nu kwartiermakers zijn aangesteld. Zij onderzoeken hoe de hechtere samenwerking er in de praktijk uit moet gaan zien.” John: “Aandachtspunt hierbij is om andere partijen ook mee te nemen in dit proces. Zoals de wijkteams in de gemeenten en de zorgaanbieders. Wij willen hen meer betrekken bij de nieuwe aanpak.”

Eén werkwijze versus couleur locale
Een van de uitdagingen voor de Gelderse Verbeteragenda, is het uitrollen van regionaal gemaakte afspraken, naar de lokale gemeenten. Robert: “Er is steeds een spanningsveld tussen kiezen voor een eenduidige aanpak en ruimte laten voor de couleur locale. Want waar de veiligheidspartners gebaat zijn bij eenzelfde aanpak in iedere gemeente, kijken wijkteams naar wat zij willen voor hun wijk.”
John: “Een van de redenen voor dit spanningsveld, is dat gemeenten sinds 2015 verantwoordelijk zijn geworden voor de uitvoering van de jeugdzorg, maar de jeugdzorgregio’s beslissen hoe de jeugdzorg in hun gemeenten moet worden ingericht. Ondertussen worden de wijkteams aangestuurd vanuit de gemeenten. Dat wringt soms. Het is aan ons allemaal om hier goed mee om te gaan. Door te kijken hoe we het samen toch regelen.”

Ruimte voor verandering
Een onderwerp dat succesvol is afgerond, is ‘contracten’. Robert: “Het is gelukt om met alle zeven Gelderse jeugdhulpregio’s één contract af te sluiten. De komende jaren gelden binnen de hele provincie dezelfde afspraken voor de diensten en tarieven van alle gecertificeerde instellingen. Dit brengt zekerheid en rust. Ook bespaart het tijd en energie nu individuele jaarlijkse onderhandelingen niet meer nodig zijn.” John: “Een mooi detail, is dat er binnen de contractafspraken ruimte is vrijgemaakt voor een meer flexibele inzet van jeugdbescherming. Zoals het in een vroeger stadium betrekken van gecertificeerde instellingen bij gezinnen. Om problemen eerder in de kiem smoren.”
Robert vult aan: “Het biedt ook kansen op het gebied van preventieve jeugdreclassering. Landelijk wordt er al nagedacht over preventie en justitie in de wijk, alleen missen de praktische uitvoerders nog. Onze ervaren jeugdreclasseerders zouden hier een mooie rol in kunnen spelen.”

Samen de grote lijnen blijven zien
Zowel binnen de Verbeteragenda als daarbuiten werken Jeugdbescherming Gelderland en Jeugd Veilig Verder samen. Hoe ziet die samenwerking eruit? John: “Even om de verhoudingen te schetsen: Jeugd Veilig Verder werkt in Gelderland in twee Jeugdzorgregio’s, de andere drie gecertificeerde instellingen in alle zeven. Dat is soms spannend. Zeker op de vlakken waar je verschilt. Af en toe is het een kwestie van choose your battles. Gelukkig leiden er vaak meerdere wegen naar Rome. Juist daarom is het zo goed om in gesprek te blijven.” Robert is het daarmee eens: “Je moet de grote lijnen blijven zien. En elkaar, daar waar je op details verschilt, een beetje te laten. En vooral gebruikmaken van je partnerschap. Als ik iets namens Jeugdbescherming Gelderland schrijf, haak ik de andere adviseurs aan. Zij komen met aanvullingen en ineens ligt er een notitie namens alle gecertificeerde instellingen. Zo samen optreden, maakt dat je sterker staat.”

Elkaar versterken
Als samenwerkingspartners kun je elkaar juist door anders te zijn, versterken. Robert: “De grote gecertificeerde instellingen zijn, vanwege personeelstekorten, op dit moment wat meer naar binnen gericht. Jeugd Veilig Verder geeft John alle ruimte om de contacten met gemeenten te blijven onderhouden. Zo schuift John als plaatsvervangend bestuurder regelmatig aan bij overleggen waar ik niet kom. Het is fijn voor ons dat John in die strategische overleggen bestuurders mee kan nemen in een stuk praktische uitvoering.”
John: “We hebben een hele fijne samenwerking. Als organisaties zijn we het niet altijd met elkaar eens, maar daar kunnen we open over discussiëren. Hierdoor worden de verschillen steeds kleiner en kun je nog beter samen optrekken. Daarbij heeft Jeugdbescherming Gelderland het meest invloedrijke netwerk. Als Jeugdbescherming Gelderland zich in de media uitspreekt, heeft dit meer impact, dan wanneer wij dit doen. Jeugdbescherming Gelderland legt gewoon meer gewicht in de schaal, en daar profiteren de andere gecertificeerde instellingen ook van.”

Monitoring en de samenwerking in de praktijk
Het onderwerp ‘monitoring’ verloopt tot nu toe nog stroef. Robert: “Uit de contractafspraken zijn ook afspraken over de te boeken resultaten gerold. Deze willen we zichtbaar maken met behulp van een monitor. Helaas wil de bouw hiervan nog niet vlotten. De privacywetgeving vormt een struikelblok. Gelukkig verwachten we hier nog dit jaar samen uit komen.” Over het laatste thema, ‘samenwerking in de praktijk’, geeft Robert aan: “Om sneller en beter met elkaar samen te werken, is het gelukt om tot één aanmeldformulier en twee aanmeldroutes voor alle vormen van jeugdhulp te komen. Een knappe prestatie. De keerzijde hiervan is, dat dit formulier in alle gevallen moet worden gebruikt. Ook in situaties waar eerder een simpel mailtje voldoende was. Hierdoor worden de voordelen ervan nog wat minder gezien. Terwijl het uiteindelijk juist veel werk scheelt. Het formulier kan namelijk bij meerdere aanmeldingen voor een gezin steeds opnieuw worden gebruikt.”

John:
“Ik probeer iedere beslissing terug te brengen naar de vraag: wat betekent dit voor gezinnen?”

De Gelderse Verbeteragenda overeind houden
Hoewel er met de Gelderse Verbeteragenda flinke stappen vooruit zijn gezet naar een betere zorg voor gezinnen, lost het niet alle problemen op. Robert: “We hebben een mooie basis gelegd. Nu is het de uitdaging om afspraken onder druk van personeelstekorten niet te laten verwateren. Daarom roepen wij de gemeenten op onze professionals te ontzorgen. Met steun van de wijkteams en door bijvoorbeeld software aan te schaffen die open plekken in hulpvoorzieningen eenvoudiger opspoort.” John sluit zich hierbij aan: “De Gelderse Verbeteragenda is een dynamisch proces. Het is nooit af. Wel is het belangrijk dat we blijven werken vanuit de gemaakte afspraken, en deze doorontwikkelen. Met oog voor de professionals die het werk uitvoeren en de gezinnen waarvoor we dit allemaal doen.”

Met een goed gevoel afscheid nemen
Na een carrière van 42 jaar in de jeugdzorg, gaat John binnenkort met pensioen. De Gelderse Verbeteragenda is een van zijn laatste projecten. Hij draagt zijn werk straks met een goed gevoel over. John: “Natuurlijk valt er nog veel te doen. De samenwerkingspartners zullen het nijpende personeelstekort met elkaar op moeten pakken. En er is nog niet voldoende passende zorg op tijd beschikbaar. Maar ik vind het mooi dat wij als kleine organisatie een aardige stempel hebben kunnen drukken op de visie van de Gelderse Verbeteragenda. Die draait om werken met gezinnen, naast ouders gaan staan en het betrekken van de volwassenzorg om problemen op te lossen. Het fundament voor een betere zorg aan gezinnen is gelegd. Daarbij heb ik iedere beslissing, hoe beleidsmatig ook, proberen terug te brengen naar de vraag: wat betekent dit voor gezinnen? Soms was dat moeilijk te vatten. Bijvoorbeeld als het over protocollen en formulieren ging. Toch is het belangrijk dat ook die zaken geregeld zijn. Want een uniforme aanpak op al deze vlakken, betekent dat een gezinsmanager bij iedere gemeente op dezelfde manier kan werken. Dat scheelt veel tijd. Tijd die weer aan een gezin kan worden besteed. Die gedachte was altijd mijn belangrijkste drijfveer.”