Nieuw opleidingstraject zet startende gezinsmanagers in hun kracht
De Akademie lanceert vanaf september een vernieuwd opleidingstraject voor startende gezinsmanagers. De nieuwe opleiding draait volledig om het ‘hoe’. Zodat iemand niet handelt vanuit instructie maar vanuit de bedoeling van het werk. De nieuwe opleiding vraagt iets anders van de aanstaande gezinsmanagers, trainers en teams. Trainer Claudia Dekker vertelt.
Een stagiair(e), zij-instromer of jeugdzorgwerker met of zonder ervaring bij een andere jeugdorganisatie, krijgt bij Jeugdbescherming een persoonlijke werk- en leertraject. Daarmee wordt een stevige basis gelegd voor het werken als zelfstandig gezinsmanager.
Trainen vanuit de bedoeling
Het afgelopen jaar is er binnen de Akademie hard gewerkt aan de vernieuwde opleiding voor aanstaande gezinsmanagers. Het belangrijkste verschil daarin is de verschuiving van trainen in het ‘wat’, naar het ‘hoe’. Claudia Dekker: “Als gezinsmanager heb je een brede kennis nodig. Je moet iets begrijpen van ontwikkelingspsychologie om te kunnen signaleren of een kind zich goed ontwikkelt. Maar je moet ook een juridisch stuk kunnen schrijven. Of weten hoe je jezelf opstelt in de rechtbank. En het allerbelangrijkste is, dat je weet hoe je met gezinnen in gesprek blijft en samenwerkt. In de oude opleiding probeerden we al die kennis en vaardigheden in korte tijd over te brengen. Nieuwe gezinsmanagers kregen toen veel informatie in de vorm van instructies. Dan behandelden we bijvoorbeeld de opzet van het gezinsplan. Terwijl het in zo’n situatie belangrijker is te bedenken: hoe ga ik in gesprek met het gezin en hoe gaan we ons doel bereiken? Daarna volgt de inhoud van het gezinsplan vanzelf. Verder draait de nieuwe opleiding meer om kennis opdoen op het juiste moment. Dus leert een aanstaande gezinsmanager pas een schriftelijke aanwijzing schrijven, wanneer hij of zij voor het eerst te maken krijgt met een ondertoezichtstelling.”
“Deze manier van trainen zet mensen zelf aan het denken. Zodat iemand niet handelt vanuit een instructie, maar vanuit de bedoeling van het werk.”
De gezinsmanager als belangrijkste instrument
Het belangrijkste instrument dat een gezinsmanager heeft, is zichzelf. Claudia: “Een gezin dat bij Jeugdbescherming komt, heeft al veel meegemaakt. Gezinsleden kunnen wantrouwend zijn en weinig hoop hebben. Het is aan jou als gezinsmanager om een relatie op te bouwen met het gezin. En bij de kern van het probleem te komen. Dit lukt alleen met een open houding en oprechte nieuwsgierigheid naar wat er speelt in het gezin. Daarbij moet een gezinsmanager zich steeds bewust zijn van zijn eigen normen en waarden. En de invloed die deze hebben op het eigen handelen. Iedereen kijkt namelijk door een andere bril. En die bril kleurt de manier waarop je anderen ziet. Daarom zoomen we bij alle trainingen vooral in op de gezinsmanager zelf.”
Het begint bij de hoe-vraag
Bijna iedere vraag die Claudia krijgt van gezinsmanagers in opleiding, begint met ‘hoe’. Claudia: “Dan vraagt een gezinsmanager bijvoorbeeld: ‘hoe motiveer ik dit gezin?’ Dan gaan we samen na of het gesprek gevoerd is volgens de methode die we aan gezinsmanagers leren. We kijken ook of er een botsing is met de eigen normen en waarden. En we onderzoeken eventuele obstakels op het persoonlijke vlak. Door na te gaan wat de gezinsmanager zelf denkt en voelt bij het handelen. Deze manier van trainen zet mensen zelf aan het denken. Zodat iemand niet handelt vanuit een instructie, maar vanuit de bedoeling van het werk.”
Dezelfde inhoud, andere uitvoering
De nieuwe opleiding geeft trainers ruimte om kennis en vaardigheden op een andere manier over te brengen. Claudia: “Deze aanpak is het resultaat van de nieuwe visie op leren die we bij de Akademie hebben ontwikkeld. We kijken vooral naar wat de praktijk van ons als trainers vraagt. Ik heb nu de vrijheid om de manier waarop ik vaardigheden train, aan te passen op de persoon.”
Vrolijk en vitaal blijven
De afgelopen jaren waren werkdruk en frustraties vaak de oorzaak dat gezinsmanagers die net begonnen waren, weggingen. Daarom is er veel aandacht voor vitaliteit. Claudia: “We vinden het belangrijk dat gezinsmanagers hun werk met plezier doen. Mensen die bij ons komen werken, hebben een enorm groot hart. Ze doen dit werk omdat ze anderen willen helpen. Veel gezinsmanagers -ook de ervaren krachten- hebben de lat daarin voor zichzelf heel hoog liggen. Als je dan niet altijd bereikt wat je wil, is dat heel vermoeiend. In de praktijk loop je nu eenmaal tegen wachtlijsten of administratieve obstakels aan. Om daarin als gezinsmanager overeind te blijven, is het belangrijk om hierover te praten met anderen. In het nieuwe traject speelt vitaliteit daarom een grote rol. We willen mensen stevig in hun schoenen zetten.”
Ondersteuning van de teams
Met de nieuwe opleiding verandert er niet alleen iets voor de aanstaande gezinsmanagers en trainers; ook van de teams van de nieuwe gezinsmanagers wordt iets anders verwacht. Claudia: “We vragen van hen een andere begeleiding. Want als wij ons meer richten op werken vanuit het ‘hoe’, is het belangrijk dat het team waarin de gezinsmanager terechtkomt, dit ook doet. Om de opleiding goed aan te laten sluiten bij de praktijk, hebben we verschillende ervaren (senior) gezinsmanagers, teammanagers en gedragsdeskundigen gevraagd naar wat zij vinden dat een team een nieuwe collega moet bieden. Daarmee gaan we de teams het komende jaar trainen in hoe ze nieuwe collega’s begeleiden.”
Het begint bij het ‘hoe’
Het nieuwe traject gaat formeel pas in september van start. Toch wordt er al volop geoefend met de andere stijl van trainen. Claudia ziet nu al het effect hiervan op startende gezinsmanagers. “Er is meer plezier in het leren, meer ruimte voor vragen en worstelingen. Omdat gezinsmanagers binnen het eigen team praten over wat ze hebben geleerd in de training, ontstaat er een grotere wisselwerking met de praktijk. Zo zorgt de opleiding dat gezinsmanagers zich steviger verbonden voelen met Jeugdbescherming. En dat allemaal door het stellen van de hoe-vraag. Niet zo gek, want alle belangrijke vragen in het leven beginnen tenslotte met: hoe?”
Milou Leemans was gezinsmanager in opleiding.
Lees hier hoe zij het traject heeft ervaren.
Milou: “Ik kon rustig landen in mijn droombaan.”
Milou Leemans rondde onlangs haar traject als gezinsmanager in opleiding af en werkt nu als trainee gezinsmanager bij Jeugd Veilig Verder (onderdeel van Jeugdbescherming Amsterdam). Met een diploma Pedagogiek en een SKJ-registratie op zak vroeg ze zich in eerste instantie af of een opleidingstraject nou wel zo nodig was. Nu ze erop terugkijkt, is Milou vooral blij dat ze de kans kreeg om rustig te landen in haar droombaan.
Milou: “Al sinds mijn vijftiende wil ik werken als jeugdbeschermer. Om die reden heb ik ook de opleiding Pedagogiek gevolgd. Nadat ik vorig jaar afstudeerde, kwamen er al snel vacatures bij jeugdbeschermingsorganisaties in beeld. Ik koos voor Jeugd Veilig Verder. Daar mocht ik in november 2021 beginnen. Wat was ik trots toen ik werd aangenomen! Omdat ik rechtstreeks van school kwam, startte ik als gezinsmanager in opleiding.
In eerste instantie vroeg ik mij af of zo’n opleidingstraject wel nodig was. Liever ging ik meteen als trainee gezinsmanager aan de slag. Toch wist Jeugd Veilig Verder mij ervan te overtuigen dat het verstandiger was om op deze manier te starten. Het werk van gezinsmanager is een leuke maar complexe baan. Gemiddeld ben je zo’n tien maanden gezinsmanager in opleiding. Maar omdat het een persoonlijk traject is, kan dit per persoon verschillen. Ik ben begonnen met het meelopen met collega’s maar miste al snel wat uitdaging. Zodra ik liet weten dat ik meer wilde, dacht Jeugdbescherming met me mee en mocht ik met de training start. Ze gaven me wel het advies het rustig op te blijven bouwen. Zo zorgt Jeugdbescherming ervoor dat beginnende gezinsmanagers vitaal blijven. Uiteindelijk heb ik het traject versneld doorlopen en werk ik nu zelfstandig als trainee gezinsmanager.
“Als ik meteen gezinsmanager was geworden, was de overstap te groot geweest.”
Achteraf gezien ben ik blij dat ik op deze manier heb mogen landen in de organisatie. Ik heb verschillende collega’s aan het werk gezien en van hen allemaal wat opgepikt. Ik heb geleerd hoe je in gesprek gaat met ouders en hoe je regie voert en zaken regelt met de gemeente. Ook weet ik nu meer over de juridische kant van het werk. Als ik niet eerst met collega’s mee had mogen lopen, had ik echt op een bepaald moment gedacht: wat ben ik aan het doen? Ik denk nu oprecht dat als ik meteen gezinsmanager was geworden, de overstap te groot was geweest.
Als trainee gezinsmanager leer ik nog iedere dag bij. Dit traject legde de basis waar vanuit ik verder kan groeien. Daar moet ik trouwens ook mijn team voor bedanken. Mijn collega’s maakten altijd tijd vrij om mij te ondersteunen. En dat doen ze nu nog steeds. Dat is heel waardevol.”