Eindelijk je koffer durven uitpakken
Hoe kan iedere jongere in Noord-Holland zo thuis mogelijk opgroeien, ook wanneer thuis, in een pleeggezin of in een gezinshuis wonen niet lukt? Sinds twee jaar werken gemeenten, jeugdhulpaanbieders, samenwerkingsverbanden van het voortgezet onderwijs en de gecertificeerde instellingen in Noord-Holland samen aan het antwoord op deze vraag. Met als resultaat een aanpak die nu al op meerdere plekken in de regio in de praktijk wordt gebracht. Regioadviseur Chantal van Liefland en behandelcoördinator José Kocken over het effect van eindelijk wél je koffer uit durven pakken. Omdat je weet dat je mag blijven.
In 2018 werd bekend dat een grote specialistische jeugdinstelling in de regio zijn deuren moest sluiten. In deze instelling verbleven jongeren, vanwege de ernst van hun omstandigheden, gesloten. De sluiting kwam doordat bij een aanbesteding voor een andere specialistische jeugdhulpaanbieder gekozen werd. Dit stelde verschillende gemeenten in Noord-Holland voor een acuut probleem. En viel samen met de behoefte om de hulp aan deze kwetsbare jongeren anders in te richten.
Een Thuis voor Noordje
Noordje is een kind, tiener, een jongere, jeugdige of jongvolwassene die opgroeit in Noord-Holland. Noordje is bovenal een mens, iemand die bijzonder is, normaal gevonden wil worden, gek wil kunnen doen, een complexe hulpvraag heeft. Zo noemt Noordje dat zelf niet, Noordje wil vooral gezien, gehoord en geliefd worden, zichzelf kunnen zijn. Omdat het niet zo makkelijk gaat wil Noordje heel graag wonen op een plek die als thuis voelt, zo kort als mogelijk, zo lang als nodig, een plek waar Noordje gewoon mag zijn. Waar Noordje net als andere kinderen naar school gaat, ook als dat betekent dat school naar Noordje toe komt. Waar hulpverlening aandacht voor Noordje heeft, zonder te hoge verwachtingen, want die geven druk. Zonder te lage verwachtingen ook, want het gedrag van Noordje komt wel ergens vandaan. Noordje wil iemand die er is, vertrouwen op de deskundigheid van de hulpverlening, en als die het ook even niet weten, ze hun stinkende best doen om het zo goed mogelijk te doen. Ze werken daarvoor heel goed samen. Noordje staat er niet alleen voor. Met elkaar werken we aan een thuis voor Noordje.
Je koffer wél uitpakken
Chantal van Liefland stond als regioadviseur aan de wieg van Een Thuis voor Noordje. “We hadden geen vastomlijnde opdracht, wel de wil om het beter te gaan doen voor deze jongeren. Samen kwamen we tot een duidelijke visie. Die begint bij het bieden van een onvoorwaardelijke woonplek. Logisch, want als je als jongere bij je ouders woont, ga je ook pas op jezelf wanneer je eraan toe bent. Alleen al het besef dat je op een plek bent waar je mag blijven, doet wat met het gedrag van jongeren. Kinderen die eerder nooit hun koffer uitpakten omdat ze wisten dat ze toch weer gingen, doen dat nu wel.”
“Door tekorten kon een jongere eerder niet meer terug naar zijn vertrouwde plek. Nu geven we die zekerheid wel.”
Onvoorwaardelijk, niet grenzeloos
Het vraagt wat van alle partijen om samen te gaan voor een aanpak waarin jongeren niet in een grote, gesloten instantie verblijven, maar ‘gewoon’ in een huis. Te beginnen bij de jongeren zelf. José Kocken, GZ-psycholoog en behandelcoördinator van drie kleinschalige woonvoorzieningen van Parlan: “Jongeren die bij ons komen, hebben hechtingsproblemen, trauma’s en kampen vaak met verslavingen. Zo bracht een jongen met forse verslavingsproblemen een lachgastank in huis. Dat kan natuurlijk niet, in het echte leven laten je ouders dit ook niet toe. Na verschillende pogingen om hem van zijn verslaving af te helpen, stelden we een grens. Hij moest, om bij ons te kunnen blijven wonen, aan zijn verslaving gaan werken. Met hulp of door opname in een verslavingskliniek. We legden hem uit dat we dit sámen gingen doen. En dat hij na een eventuele opname, weer terug mocht komen. Uiteindelijk was het idee van opname in een kliniek voldoende om hem wakker te schudden.” Chantal vult aan: “Dat is het mooie van deze aanpak. Door tekorten kon een jongere eerder niet meer terug naar zijn vertrouwde plek. Nu geven we die zekerheid wel. We nemen met elkaar echt de verantwoordelijkheid om er blijvend te zijn voor een jongere.”
Leren verdragen
De specialistische opvoeders staan overdag alleen en ’s avonds met zijn tweeën. Zij moeten stevig in hun schoenen staan. José: “In het begin testen jongeren uit of ze echt mogen blijven. Ze lopen weg, gebruiken middelen of worden boos. Dit is voor begeleiders de lastigste tijd. Het is een fase die niet binnen een paar weken voorbij is. Uiteindelijk duurt het meestal een paar maanden voordat een jongere gewend is aan de begeleiders en andere jongeren. En aan het idee dat hij mag blijven.” Chantal: “Kinderen kunnen hier makkelijker weglopen. Jeugdbescherming heeft in de aanloopfase van Een Thuis voor Noordje een belangrijke rol gespeeld. Door de randvoorwaarden te bepalen om dit veiligheidsrisico zo klein mogelijk te maken. Het is belangrijk om met elkaar -ouders, gezinsmanager en begeleiders- telkens de risico’s af te wegen. Je moet die periode samen dragen en verdragen. Met als doel dat het de jongere uiteindelijk lukt om de woonvoorziening als een thuis te zien. Pas dan neemt de behoefte om weg te lopen af.”
Thuis wíllen zijn
Veiligheid is een terugkerend issue in de begeleiding. José: “Deze kinderen nemen voortdurend risico’s. We hadden een meisje dat zo veel wegliep, dat haar ouders, de politie en Jeugdbescherming aangaven haar liever in een gesloten omgeving te zien. Zelfs de rechter oordeelde dat dit beter was. Wij vonden haar gedrag ook spannend, maar wilden volhouden. Echter, je kunt dit als organisatie niet alleen. Eenmaal in de gesloten instelling ging het helemaal mis, ze werd agressief en kon er niet blijven. Toen zijn we met het meisje, haar ouders en Jeugdbescherming een nieuw plan gaan maken. Dat moest ervoor zorgen dat ze bij ons wílde blijven. Ze kwam toen zelf met het idee van een huisdier. Nu heeft ze twee konijnen en is ze vaker thuis. Nog steeds zoekt ze het randje op, maar het gaat een stuk beter.”
Van plan naar werkwijze
Niet elke jongere die wordt aangemeld, krijgt een plek in de woonvoorziening. José: “Na een aanmelding onderzoekt ons ambulant team eerst of er nog hulp ingezet kan worden om een plaatsing te voorkomen. Als er een gesloten machtiging ligt en er een opname wordt verwacht is dit soms ingewikkeld. Gelukkig hebben we een goede samenwerking met Jeugdbescherming. Samen hebben we al heel wat plaatsingen weten te voorkomen.”
Flexibeler onderwijs
Ook het onderwijs speelt een belangrijke rol in Een Thuis voor Noordje. Chantal: “Een directeur van een jeugdhulpinstelling zei eens: onderwijs is de beste jeugdzorg. Een waarheid als een koe, maar dit vraagt wel wat van het onderwijs. Want bij ons heeft iedere jongere iets anders nodig. Het ene kind kan prima naar school, terwijl bij een ander kind school aan huis zal moeten komen. Wij willen maatwerk voor ieder kind. Corona heeft wat dat betreft voor een mooie impuls gezorgd. Scholen denken nu meer na hoe zij iedere jongere passend onderwijs kunnen bieden. Dit kan betekenen dat een leerling niet het hele pakket volgt, maar bijvoorbeeld alleen de talen. Jongeren focussen zo op wat goed gaat en doen een belangrijke positieve ervaring op.”
Doen wat nodig is
De nieuwe aanpak is nog in ontwikkeling en nu al ervaren Chantal en José dat alle deelnemers bereid zijn om er een succes van te maken. Chantal: “De wil om dit als netwerk van de grond te krijgen is enorm. We stuiten onderweg regelmatig op hobbels, maar komen er steeds weer uit met elkaar. Ook gemeenten steunen onze plannen en voelen de verantwoordelijkheid om het goed te doen voor deze jongeren. Want het kan niet zo zijn dat jongeren steeds moeten verhuizen omdat wij geen goed antwoord hebben op hun vaak onbegrepen gedrag. Tegelijkertijd moeten de gekozen oplossingen wel betaalbaar blijven, dus kijken we naar slimme combinaties.”
Belangrijke bondgenoten: de ervaringsdeskundigen
Al sinds het begin van Een Thuis voor Noordje spelen ervaringsdeskundigen een belangrijke rol. Chantal: “Deze jongeren verbleven in een instelling waar ze vooral weg wilden. Zij zeiden steeds, als dit gaat lukken, zou dat fantastisch zijn. Ergens mogen wonen waar je wordt gezien en altijd welkom bent. Dat is misschien wel het belangrijkste punt dat uit onze gesprekken naar voren kwam. Wij willen jongeren een plek bieden waarover ervaringsdeskundigen zeggen: dit is precies wat wij hadden gewild.”