Schoolverzuim als serieus signaal
Ieder kind heeft het recht om zich te mogen ontwikkelen. Daarom wordt in Nederland van alle kinderen verwacht dat zij naar school gaan. School is de springplank naar een zelfstandig leven, opent nieuwe deuren en is soms de enige plek van rust en zekerheid. Lange tijd niet naar school gaan, kan ernstige gevolgen hebben voor de ontwikkeling van een kind. Bovendien is spijbelen vaak de zichtbare uiting van andere problemen. Om die onderliggende oorzaken aan te pakken, willen we meer samenwerken met scholen. Machteld Kruidenier, zorgcoördinator bij OSB Amsterdam juicht dit toe. Zij ziet vooral kansen voor jongeren die nu buiten de boot vallen.
Machteld Kruidenier is al 20 jaar zorgcoördinator, waarvan 7 jaar bij OSB Amsterdam, een middelbare school met zo’n 1400 leerlingen. Hier ondersteunt ze leerlingen die extra zorg nodig hebben. Machteld: “Laat ik vooropstellen dat het overgrote deel van alle leerlingen hun schoolloopbaan zonder problemen doorloopt. Zo’n 10 tot 20% heeft tijdens de schoolcarrière korte of langere tijd ondersteuning nodig van een van onze externe partners. De hulp varieert van vakinhoudelijke ondersteuning tot begeleiding bij leer- of sociaal-emotionele problemen. Bij een deel van deze jongeren speelt ook het probleem van regelmatig schoolverzuim.”
“Veiligheid betekent dat je gezien wordt en weet dat mensen je zien.”
Gezien worden
Zorg voor een veilige omgeving is een thema waar op de school van Machteld veel aandacht voor is. Machteld: “Een jongere moet zich veilig voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Veiligheid betekent dat je gezien wordt en weet dat mensen je zien. Dit ‘zien’ van leerlingen voeren wij overal door. Zo begint elke les met een startkring waarin leerlingen bij elkaar komen. In een kring kan namelijk niemand wegduiken achter een ander. Het idee hierachter is dat je jezelf mag laten zien en er mag zijn. Gezien worden is ook dat mensen je missen als je er niet bent. Want samen ben je ‘school’. Deze gedachte gaat verder dan de plicht om bij te houden welke leerlingen er niet zijn.”
Geen wekservice
In de aanpak van schoolverzuim investeert OSB Amsterdam vooral in het directe contact met leerlingen en ouders. Machteld: “Denk aan een mentor die een appje stuurt naar een afwezige leerling, of het opzoeken van een leerling die weer op school is om te peilen of alles oké is. Bij regelmatig verzuim, gaan we met de leerling en ouders om tafel. Om te onderzoeken waarom er verzuim is en wat we daar samen aan kunnen doen. Het uitgangspunt hierbij is: wat heeft de leerling nodig? Onze hulp hierin kan behoorlijk ver gaan. Er zijn mentoren die leerlingen ’s ochtends om 7.00 uur wakker appen. We zijn natuurlijk geen wekservice, maar iedereen heeft wel eens een fase in zijn leven dat het belangrijk is om te voelen dat mensen willen dat je er bent.”
Korte en lange termijn
Wat ook helpt, is dat OSB jongerenwerkers in huis heeft. Machteld: “Als we een leerling meerdere dagen missen en we komen moeilijk in contact met thuis, dan fietst een van hen naar het betreffende adres. Zeker tijdens de lockdowns was dit een effectieve manier om leerlingen er weer bij te halen. Ze vonden het fijn om te merken ‘hé, er komt iemand speciaal bij mij thuis langs, omdat ze me missen’. Naast een direct resultaat, heeft meteen persoonlijk contact zoeken met een afwezige leerling ook een langetermijneffect. Als een leerling duidelijk voelt dat hij of zij wordt gemist, wordt de drempel om de volgende keer dat het minder gaat weer thuis te blijven, hoger.”
Schoolverzuim als serieus signaal
Schoolverzuim mag van Machteld als een serieuzer signaal worden gezien. “Ik ken weinig situaties, waarbij alleen verzuim het probleem is. Vaak zijn er ook moeilijkheden op andere gebieden. In het huidige jeugdstelsel is verzuim een ontzettend lastig probleem om aan te pakken. Zo is het wijkteam ons eerste aanspreekpunt. Hun hulp is gebaseerd op vrijwillige medewerking. Dat is prima voor de jongeren die graag hulp willen, maar niet voor hen die hier niet voor openstaan. Dit is de groep waar ik als zorgcoördinator het meest mee worstel. Zij zijn niet in beeld bij de vrijwillige hulpverlening. Tegelijkertijd kan de weg naar gedwongen hulp zo’n anderhalf jaar in beslag nemen. En al die tijd duurt het schoolverzuim voort. Totdat de problemen op andere gebieden zó duidelijk worden, dat een partij als Jeugdbescherming betrokken raakt en er langs die weg hulp komt.”
Laatste kans
Op dit moment kunnen scholen voor leerlingen die langdurig en zonder geldige reden afwezig zijn, alleen hulp inschakelen via de Leerplichtwet. Hierbij maakt een leerplichtambtenaar een proces verbaal op, waarna een rechter bepaalt of de leerling jeugdreclassering krijgt opgelegd. Vervolgens voert Jeugdbescherming regie op de uitvoering van deze maatregel. Machteld: “Het aansturen op dwang blijft een dilemma. Zeker omdat we als school leerlingen liever op vrijwillige basis motiveren om weer mee te doen. Al merk ik dat wanneer Jeugdbescherming er eenmaal bij betrokken is, dit heel goed gaat. Ook omdat het uitgangspunt blijft om samen met ouders en leerlingen te kijken hoe de gewenste doelen kunnen worden bereikt. Toch zou ik graag al in het stadium vóór het proces verbaal, een mogelijkheid hebben om een gezinsmanager aan te laten schuiven. Om een laatste keer te kijken of vrijwillige hulpverlening mogelijk is.”
Een direct lijntje met Jeugdbescherming
Het idee om samen op te trekken in de aanpak van onderliggende oorzaken bij schoolverzuim, juicht Machteld toe. “Vijftien jaar geleden had iedere school een eigen contactpersoon bij Jeugdbescherming. Dit was iemand die regelmatig aanschoof en waarmee je kon sparren over allerlei situaties rondom leerlingen. Dat rechtstreekse lijntje is ergens verloren gegaan. Met als gevolg dat scholen hun zorgen over sommige leerlingen, nu nergens kunnen delen. Terwijl het júíst voor jongeren die geen hulp accepteren, belangrijk is dat hun problemen ergens op tafel komen liggen.”
Bouwstenen in de aanpak van schoolverzuim
Schoolverzuim aanpakken, vraagt volgens Machteld om een structurele samenwerking met Jeugdbescherming én met alle andere externe partners. Van wijkteam tot leerplichtambtenaar tot jeugdarts. “Eerder keken we in Amsterdam al met elkaar naar wat er nodig is om schoolverzuim terug te dringen. Een succesvol initiatief was toen een preventief spreekuur met de leerplichtambtenaar. Deze kwam op vaste momenten naar school om leerlingen die tegen een formele melding aanzaten, uitleg te geven over de volgende stap. Die laatste waarschuwing werkte ontzettend goed. Veel scholen willen het preventieve spreekuur daarom terughalen, waaronder wijzelf. Ook om ouders en leerlingen te laten zien, dat je samenwerkt. Een samenwerking die al goed loopt, is die met de jeugdarts. Zij is iedere week op school aanwezig. Leerlingen en docenten kunnen vrij bij haar binnenlopen voor advies of overleg. Dat werkt laagdrempelig en heeft meteen effect.”
School als informatiebron
Structureel samenwerken levert niet alleen scholen, maar ook partners in de jeugdketen meer op. Scholen zijn namelijk een waardevolle bron van informatie. Machteld: “Ik maak regelmatig mee dat het wijkteam, een hulpverleningsinstantie of jeugdbescherming is aangehaakt bij een gezin, terwijl wij hier als school niet van weten. Soms geven ouders geen toestemming voor contact, maar vaker is de reden dat er bij het gezin dat hulp of begeleiding krijgt, geen zorgen over schoolverzuim spelen. In dat geval merk ik dat wij als school überhaupt geen informant zijn. Terwijl het altijd relevant is om bij ons informatie op te halen. Juist vanuit het positieve. Spelen er namelijk problemen in een gezin, dan is het goed om alle krachten in beeld te hebben. Informatie vanuit school kan heel verrijkend zijn om een compleet beeld van een jongere te krijgen. Want juist als het thuis lastig gaat, zoekt deze vaak evenwicht via het schoolleven. Wat mij betreft mag school dan ook een vaste bron van informatie zijn voor partijen zoals de lokale teams en Jeugdbescherming.”
Iedereen met één been buiten zijn kader
Los van de behoefte aan structureel overleg, benadrukt Machteld dat de contacten met gezinsmanagers over individuele leerlingen goed zijn: “Je ziet dat iedereen binnen de kaders doet wat mogelijk is om leerlingen en ouders verder te helpen. Alleen hebben we ons stelsel nu zo ingericht, dat het daartussen soms kiert. Maar als we nu allemaal met één been buiten ons eigen kader gaan staan, lopen we samen de gaten dicht.”