Gedwongen hulp of een logeerpartijtje
Monique is Jeugdbeschermer in de wijk in Amsterdam Oost. In die rol trekt ze op met Ouder- en Kindadviseur Mariska. In dit interview vertellen ze hoe ze er samen voor zorgen dat moeder *Sara en haar dochter *Viola ondersteunden om te zorgen dat ze bij elkaar kunnen blijven wonen. Wat maakt hun samenwerking zo waardevol?
Waar ligt de behoefte?
Elke donderdag werkt Monique op het OKT-kantoor in Amsterdam-Oost. De OKT-adviseurs betrekken haar als er sprake is van kindonveiligheid. Monique heeft een coachende en adviserende rol. Omdat ze in de wijk werkt kunnen collega’s haar makkelijk aanspreken, bijvoorbeeld om even te sparren omdat er zorgen zijn over de veiligheid binnen een gezin.
‘Ik vertrek altijd vanuit de behoefte van de OKT-collega, wat heeft die nodig? Ik luister en vraag goed uit wat er speelt aan onveiligheid. Regelmatig ga ik mee op huisbezoek of schuif ik aan bij gesprekken met het gezin op kantoor. We onderzoeken de weerstand en hoe we ouders kunnen motiveren om samen te werken.’ (Monique)
Minder stress
Mariska werkt al een hele tijd in de hulpverlening, eerst als teamleider, daarna meer in de uitvoering. Ze merkt dat ‘onveiligheid’ bij velen associaties oproept met crisis, ambulances, politieagenten etc. Werken op basis van vrijwillige hulpverlening kan spannend voelen, je kunt geen druk uitoefenen of een maatregel nemen. Door de nauwe samenwerking met Monique, ervaart Mariska zelf beduidend minder stress bij onveilige gebeurtenissen. Er ontstaat ruimte om te ‘vertragen en verdragen’. Ze denken samen in mogelijkheden en proberen aan te sluiten bij het gezin.
‘Als je de relatie met het gezin goed wil houden, moet je moed hebben om zaken steeds weer bespreekbaar te maken. Het is belangrijk dat ouders zelf willen veranderen en willen meewerken. Dat stuk kan je samen heel goed oppakken.’ (Mariska)
Volledig verstrengeld
Mariska begeleidde Sara, een moeder, en Viola, haar zevenjarig dochtertje. Sara was vlak voor de geboorte van Viola uit haar geboorteland gevlucht, waar oorlog woedde. Ze had vreselijke zaken meegemaakt en gezien. Het werd duidelijk dat deze vrouw te getraumatiseerd was om voor zichzelf te zorgen, laat staan voor haar dochter. Ze was bovendien ongepland zwanger en had weinig mensen om zich heen om op terug te vallen. De zevenjarige Viola pakte zelf eten uit de koelkast, zorgde voor haar depressieve moeder en kroop voor de avond viel samen met haar in bed. Sara was emotioneel afwezig, ze had geen energie om dingen te ondernemen en stelde geen regels of grenzen. Mariska’s zorgen groeiden, dus vroeg ze Monique om raad.
‘Zij zag ook dat moeder en kind volledig verstrengeld waren met elkaar. Voor de ontwikkeling van Viola was het belangrijk dat ze soms los van haar moeder was. Maar zelfs de gedachte om tijdelijk van elkaar gescheiden te zijn, zorgde voor enorme paniek. We besloten de sterke band tussen moeder en dochter niet te verstoren. Ze hielden elkaar tenslotte ook overeind.’ (Mariska)
Een lange adem
Mariska en Monique lieten Sara zien dat je hulp van anderen kunt krijgen, zonder je kind te verliezen. Sara vond het moeilijk dat er veel hulpverleners betrokken waren. Daarom creëerden Mariska en Monique rust voor haar. Ze tekenden alles stap voor stap uit voor de overbelaste moeder. En ze sloten aan bij het tempo van het gezin en schoven de behoeften van Sara en Viola niet opzij.
‘Wat wij zien als onveilig voelt voor een kind als Viola mogelijk niet als onveilig. Zij is dit gewend, ze weet wat ze wel en niet kan verwachten van haar moeder. Als we Viola van de een op andere dag uit de thuissituatie zouden halen, zou dat meer schade kunnen toebrengen. We verzamelden zoveel mogelijk mensen om moeder en kind heen waarop ze konden steunen. Om zo de veiligheid thuis te vergroten.’ (Monique)
Vrijwillige of gedwongen hulp
Een belangrijke opdracht van OKT is zoveel mogelijk op basis van vrijwilligheid hulp te bieden. Vroegtijdige betrokkenheid van Jeugdbescherming in de wijk kan gedwongen hulp voorkomen. Monique en Mariska doen samen wat mogelijk is om binnen het vrijwillige kader de veiligheid voor het kind te vergroten. Hierbij houden ze oog voor de krachten binnen het gezin en betrekken ze zoveel mogelijk betrokken personen uit de omgeving van het gezin.
‘De vraag verschuift naar waar de krachten liggen en hoe we betrokken personen uit de omgeving van het gezin kunnen inzetten. Dit proces vraagt tijd. Veiligheid bereik je niet van de een op de andere dag.’ (Monique)
Uit logeren
Na een goed gesprek met Sara ging Viola uit logeren. De pleegzorgmoeder was een bekende, haar kind zat bij Viola op school. Viola werd opgehaald en de sfeer was prettig. Ze had het gevoel dat ze naar een logeerpartijtje ging, in plaats van dat ze bij haar moeder werd weggehaald. Na een paar nachten vertelde Sara dat ze niet meer kon slapen. Ook Viola miste haar mama steeds meer. Dus Viola ging weer naar huis.
‘De deeltijd pleegzorg is bedoeld om de moeder te ontlasten en haar dochter ruimte te geven. Je wil niet dat het systeem in elkaar stort. Dus we stelden onze aanpak bij. Maar de deeltijd pleegzorg gaat nog steeds door. We denken samen met Sara na over andere vormen van vrijwillige hulpverlening.’ (Mariska)
Kijken met empathie
Monique en Mariska vinden het heel belangrijk om in gezinnen waar onveiligheid speelt de spanningen te verminderen. In de kern hebben ouders het goed voor met hun kinderen. Als het misgaat, komt dat vaak door overbelasting of onmacht. Het is belangrijk om met empathie te kijken naar de oorzaken hiervan. Sara heeft bijvoorbeeld zo’n groot oorlogstrauma, dat het knap is dat ze doorgaat.
‘Veel ouders voelen weerstand omdat ze Monique zien als onderdeel van gedwongen hulp. Terwijl we juist proberen om in een menselijke, ontspannen sfeer te zoeken naar wat er nodig is, opdat het gezin blijft openstaan voor vrijwillige hulp (Mariska)
Nieuwsgierig naar elkaar
Aansluiting zoeken is niet alleen belangrijk in gezinnen maar ook in de samenwerking. Voor Monique betekent dit dat je echt nieuwsgierig bent naar elkaar. Oog te houden voor hoe de samenwerking gaat en hoe je er zelf in staat. Monique heeft de waarheid niet in pacht, daarom vertrouwt ze op de expertise van haar collega’s en leert ze ook van hen.
‘Collega’s van OKT en de Buurtteams hebben meer kennis van wat er speelt in de wijk. Ik geef hen dan ook alle ruimte om mijn advies al dan niet op te volgen.’ (Monique)
Loslaten en vasthouden
Mariska merkt dat collega’s het soms lastig vinden om Monique te betrekken. Zij hebben het idee dat ze alles al geprobeerd hebben. Als Monique dan aangeeft dat er nog andere opties mogelijk zijn, kan dat een gevoel van onvermogen teweegbrengen. Het is ook belangrijk zelf niet terug te schrikken van onveiligheid in gezinnen. Door samen te werken met collega’s als Monique is er meer mogelijk dan je denkt.
‘Het is belangrijk dat we ook vanuit onze eigen kwetsbaarheid kunnen kijken naar gezinnen. In elk gezin speelt wel eens een vorm van onveiligheid. Daarbij kunnen we onze levenservaring en voelsprieten goed gebruiken. En samenwerken betekent ook dat het soms schuurt en dat we af en toe kritisch zijn naar elkaar. (Mariska)
*De namen van moeder en dochter zijn om privacyredenen gefingeerd.