Hulpverleners komen en gaan, de JIM is er altijd

Trainer Marit Agterhof en gezinsmanager Miranda Hüsken vertellen over JIM


JIM staat voor ‘Jouw Ingebrachte Mentor’, een door de jongere of kind zelfgekozen steunfiguur. Deze JIM kan op verschillende manieren motiveren en ondersteunen, bijvoorbeeld bij gesprekken met hulpverleners. Marit Agterhof is JIM-trainer, gezinsmanager Miranda Hüsken maakt deel uit van het pilotteam dat getraind wordt in de JIM-aanpak. Miranda en Marit vertellen enthousiast over de vele voordelen van JIM.

Zo simpel, zo nodig
JIM-trainer Marit Agterhof werkte jarenlang in de gesloten jeugdzorg en jeugdgevangenissen. Terugblikkend stelt ze beschaamd vast dat ze toen niet of nauwelijks met het netwerk van de jongeren werkte. Zelfs de ouders kwamen amper in beeld. De jongeren motiveren om zelf een vertrouwenspersoon te kiezen, een stabiele steunpilaar, vindt Marit een simpele, maar nodige stap. Ook voor Miranda, die vier jaar geleden als gezinsmanager bij Jeugdbescherming Regio Amsterdam startte, was de JIM-aanpak liefde op het eerste gezicht.

Een paar voorwaarden
JIM’s zijn duurzame vertrouwenspersonen. Als betrokkenen in de directe leefwereld weten ze meer over de context van de jongere dan hulpverleners die komen en gaan. Een belangrijke voorwaarde is dat jongeren zelf hun JIM kiezen en dat hun intrinsieke motivatie dus aangesproken wordt. Verder is de JIM geen ouder en het liefst 18+. De JIM wordt niet in positie gebracht om de ouders te vervangen, maar kan juist helpen om hen meer in hun ouderrol te zetten. Ook moet de JIM zelf bereid zijn om samen te werken en aanspreekbaar zijn. De JIM’s zijn vaak een opa, oma, buurvrouw of buurman. Ook oudere zussen of broers kunnen heel geschikt zijn als JIM, zeker als ze niet meer thuis wonen.

Chagrijnig akkoord en jezelf laten zien
De jongeren moeten hun JIM zelf kiezen en vragen, maar een akkoord van de ouders is ook nodig. Soms is dat een ‘chagrijnig akkoord’. Ouders beseffen ook dat de invloed van deze vertrouwenspersoon er sowieso is, zelfs als hij of zij niet officieel als JIM in positie gebracht wordt. Zo kan een tante een belangrijke vertrouwenspersoon zijn die invloed heeft op de jongere, terwijl de ouders zich ergeren aan haar ‘bemoeizucht’. Het is belangrijk om in gesprek te blijven tot er een akkoord is. Vervolgens pakt iedereen zijn rol: die van ouder, van JIM of gezinsmanager.

Tijd nemen voor de analyse
Als er een buurvrouw is die een oogje in het zeil houdt, wordt vaak de nood aan professionele hulp kleiner. Als die hulp toch nodig is, is de JIM de uitgelezen persoon om te betrekken bij de analysefase en het opstellen van een gezinsplan. Want de JIM weet meestal goed wat er speelt in het gezin en kan dus de hulpverlener helpen om aan de slag te gaan met wat er op dit moment nodig is. Als je de tijd neemt voor een goede intake, is er meestal minder tijd nodig voor alles wat erna komt.

Iedereen een JIM
Miranda is naast gezinsmanager ook consulent voor het Jeugdteam. Ook voor dit team ziet ze de mogelijkheden van samenwerken met JIM’s. In heel het land wordt de JIM-aanpak met steun van het ministerie van VWS onder de noemer JIMpact uitgerold in meerdere organisaties. Ook de ervaring met een JIM voor kinderen onder de twaalf groeit, of de samenwerkingen met meerdere JIM’s in één gezin.