Zaanstreek-Waterland klaar voor toekomst
Lange wachttijden, chronische personeelstekorten: net als veel regio’s worstelt ook Zaanstreek-Waterland met knelpunten in de zorg voor gezinnen met veel problemen. Projectleider Mariska van der Steege ging met acht gemeenten en de betrokken jeugdpartners aan de slag om tot een nieuwe aanpak te komen.
Zaanstreek-Waterland
De regio Zaantreek-Waterland bestaat uit de acht gemeenten: Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad.
De aanleiding
Zaanstreek-Waterland wilde de aanpak voor kinderen die onveilig opgroeien in haar regio, verbeteren. Om dit te bereiken, schakelde de regio een half jaar geleden de hulp van projectleider Mariska van der Steege in. Mariska: “Deze regio worstelt, zoals veel regio’s, met flinke knelpunten op het gebied van jeugdbescherming. Denk aan een chronisch personeelstekort in de jeugdzorgsector en veel schakels binnen de jeugdbeschermingsketen, waardoor gezinnen te lang op hulp wachten. Iedereen ziet al langer dat het huidige systeem vast dreigt te lopen. Omdat de praktijk uitwijst dat optimaliseren de problemen niet oplost, kwamen Blijf Groep en Jeugdbescherming met een voorstel.”
Voorsorteren op de toekomst
Blijf Groep en Jeugdbescherming hadden in Amsterdam al ervaring met Blijvend Veilig en wilden in Zaanstreek-Waterland een soortgelijke pilot starten. Mariska: “Blijvend Veilig is een proeftuin waarbij een gezin één aanspreekpunt heeft, een professional die integraal werkt en alle functionaliteiten van de jeugdbeschermingsketen kan benutten. Deze pilot vormde een belangrijke bron van input voor het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming dat op dat moment landelijk in de maak was. Op dit scenario wilden zij in Zaanstreek-Waterland alvast voorsorteren. Ook de andere ketenpartners zagen het plan zitten en er werd een eerste voorstel op papier gezet. Vervolgens kreeg ik de vraag het proces naar besluitvorming te begeleiden. Ik was meteen enthousiast. Ik loop al lang mee in de jeugdzorg en denk dat dit scenario echt een oplossing is voor de knelpunten waar de jeugdbescherming mee kampt.”
Het Toekomstscenario
Gezinnen met problemen kunnen voor advies, hulp en steun op allerlei gebieden laagdrempelig en snel terecht bij het lokale team. Dit team werkt nauw samen met de volwassenenzorg, partners in huiselijk geweld en andere sociale hulpverlening. Bij zorgen over veiligheid schakelt het lokale team het Regionaal Veiligheidsteam 0-100 in.
Het Regionaal Veiligheidsteam 0-100 is er voor alle huishoudens met complexe problemen en onveiligheid thuis. Het team bestaat uit professionals van Veilig Thuis, Raad voor de Kinderbescherming, Blijf Groep en vier Gecertificeerde Instellingen voor jeugdbescherming. Het veiligheidsteam voert alle taken uit die jeugdbeschermingspartners nu los van elkaar uitvoeren en werkt hierin samen met andere partijen op het gebied van Zorg en Veiligheid.
In het Toekomstscenario krijgen gezinnen sneller toegang tot de juiste hulp, zien zij minder verschillende gezichten en worden ook onderliggende problemen aangepakt, waardoor gezinnen uiteindelijk zonder hulp blijvend veilig verder kunnen.
De invoering van het volledige scenario gaat 5 tot 10 jaar gaat duren. De eerste stap is de start van een proeftuin in twee gemeenten. Organisaties achter het voorstel voor het Toekomstscenario Zaanstreek-Waterland zijn: Leger des Heils, De Jeugd-Gezinsbeschermers, Veilig Thuis, Blijf Groep, Raad voor de Kinderbescherming, William Schrikker Stichting en Jeugdbescherming Regio Amsterdam
Is dit echt allemaal nodig?
Toen de eerste opzet voor het Toekomstscenario met proeftuin er lag, wachtte de volgende uitdaging: het meekrijgen van de acht gemeenten. Mariska: “Het Toekomstscenario is een behoorlijke stip op de horizon. Het vraagt om een duidelijke voorstelling van hoe je de zorg voor je kwetsbare gezinnen er over tien jaar uit wil laten zien. Daarbij was de originele opdracht het optimaliseren van de jeugdketen, nu lag er een compleet nieuw voorstel. De reacties waren in het begin dan ook vooral ‘hebben we dit echt allemaal nodig?’ Om die vraag met elkaar te beantwoorden, hebben we hard gewerkt aan het doorgronden van de knelpunten. Tijdens dit proces werd duidelijk dat jeugdbescherming uit twee werelden bestaat: de papieren wereld van beleidsstukken en de wereld van de mensen die dagelijks werken met deze gezinnen met problemen. Het was mijn taak om die werelden bij elkaar te brengen. En te komen tot een plan dat álle partijen -vooral de gezinnen- meer oplevert.”
Jeugdteams aanhaken
Naast de gemeenten, moesten voor dit plan ook de lokale teams aan boord komen. Mariska: “De Jeugdteams zagen al snel de waarde van het Toekomstscenario voor hen. Zij lopen in hun werk met deze gezinnen immers dagelijks tegen de knelpunten in de huidige keten aan. Omdat we met de pilot niet de hele regio konden bedienen, kozen we twee gemeenten om mee te starten. Dit werden Zaanstad en Waterland. Met deze twee pilotgemeenten hadden we alles in huis om een definitief voorstel te maken: ambtenaren akkoord, lokale teams aangehaakt en een proeftuinlocatie.”
Van Jeugd naar Zorg en Veiligheid
Toen bleek dat het Toekomstscenario andere ontwikkelingen in Zaanstreek-Waterland op het gebied van zorg en veiligheid raakte. Hierdoor haakten naast de ambtenaren en wethouders Jeugd, ook die van Zorg en Veiligheid aan. Mariska: “We besloten het voorstel bij de overkoepelende plannen van Zorg en Veiligheid onder te brengen en onder die vlag in te dienen. Kort daarna, aan het eind van de zomer, keurden alle burgemeesters en wethouders het Toekomstscenario goed. Na deze ‘go’ werd de aanvraag voor een proeftuin ingediend bij het Rijk. Helaas werd onlangs bekend dat de extra proeftuinen voorlopig zijn uitgesteld. De reden waarom is niet duidelijk, maar heeft mogelijk te maken met de demissionaire staat van het kabinet op dit moment. Een grote domper, want er is inmiddels veel draagvlak voor het Toekomstscenario. Toch dreigt het nu vanwege een gebrek aan financiële middelen tot stilstand te komen. Zowel de gemeenten als de betrokken jeugdpartners hebben zo weinig financiële ruimte, dat het samen opbrengen van de financiering van de pilot een grote uitdaging wordt.”
Van euro’s naar mensen
Mariska ziet de winst van het Toekomstscenario vooral in wat het gemeenten voor hun inwoners oplevert. “Er zijn mensen die ongelofelijk vastlopen met hun kinderen en met elkaar. Daar ben je als gemeente verantwoordelijk voor. Tegelijkertijd neemt de zorg voor gezinnen waar veel problemen spelen vaak de grootste hap uit het jeugdhulpbudget. Met dit scenario kun je de meest kwetsbaren in je samenleving écht betere zorg leveren. Met blijvend resultaat. Ik merkte dit gevoel ook bij de ambtenaren die ik het afgelopen jaar hierover heb gesproken. Dan riep er ineens weer iemand tijdens het overleg: ‘dit gaat over gezinnen met heel veel problemen, die wij verder willen helpen’. Want we praten de hele tijd over geld, maar uiteindelijk is dat het doel.”
Politieke wind mee
Hoewel de toekomstplannen van Zaanstreek-Waterland tijdelijk in de wacht staan, blikt Mariska met een goed gevoel terug op wat er is bereikt. Mariska: “Acht gemeenten hebben volmondig ‘ja’ gezegd tegen het plan en alle partijen zijn nog steeds aan boord. Verder is het ons gelukt om het Toekomstscenario te verankeren in het Zorg- en Veiligheidsdomein. Daar past het goed, ook omdat daar de lijnen met de volwassenenzorg zijn. Ik ben ervan overtuigd dat vroeg of laat iedere gemeente hiermee aan de slag moet. De vraag is nu welke minister van V&J en staatssecretaris van VWS het stokje straks overnemen. Wordt het iemand met een hart voor jeugdbescherming, dan kan het Toekomstscenario zomaar in een versnelling terechtkomen.”